Het oordeel van het Hof dat de verdachte door middel van een valse sleutel het geldbedrag heeft weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening kan, mede gelet op de stelling van de verdachte dat met het interimbestuur is afgesproken dat zij tot 31 januari 2005 alle financiële zaken van de motorclub nog zou regelen, waarvan de juistheid door het Hof in het midden is gelaten, kan niet zonder meer uit de bewijsvoering worden afgeleid.
Hoge Raad, 02-07-2013