Heeft het hof de verdachte terecht niet-ontvankelijk verklaard in hoger beroep?

Betekent de omstandigheid dat de dagvaarding in eerste aanleg op het BRP-adres van de verdachte is uitgereikt aan de huisgenoot van de verdachte dat de dagvaarding aan de verdachte in persoon is betekend?

Bewijsklachten.

Kan de vriendin van de verdachte worden aangemerkt als ‘zijn levensgezel’ als bedoeld in artikel 304 lid 1 (oud) Sr?

Levert de eerste aanbetaling waarvan het hof verdachte heeft vrijgesproken wegens het ontbreken van het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling rechtstreekse schade op van de bewezen verklaarde oplichting?

Beklag beslag.

Bewijsklachten.

Kon het hof bij de strafoplegging rekening houden met de niet ten laste gelegde feiten?

Kan blijvend gehoorverlies worden aangemerkt als ‘zwaar lichamelijk letsel’ als bedoeld in artikel 300 lid 2 Sr?

Is het oordeel van het hof dat de verklaring van de verdachte over de legale herkomst van het geldbedrag niet een concrete, verifieerbare en niet een op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring is, begrijpelijk?