In hoeverre is de motiveringsplicht van het hof als bedoeld in artikel 359 lid 2 Sv van toepassing op een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt van de verdediging?

In hoeverre is de motiveringsplicht van het hof met betrekking tot de betrouwbaarheid van herkenningen door verbalisanten, zoals bedoeld in artikel 359 lid 2 tweede volzin Sv van toepassing op een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt van de verdediging?

Vinden de verklaringen van de aangeefsters voldoende steun in ander bewijsmateriaal?

Heeft de rechtbank een summier en voorlopig karakter van de beklagprocedure miskend?

Kon het hof wat betreft de motivering van de bewezenverklaring van het ten laste gelegde het vonnis van de rechtbank, waarin is volstaan met opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359 lid 3 Sv, bevestigen, nu de raadsvrouw in hoger beroep vrijspraak heeft bepleit?

Kon het hof wat betreft de motivering van de bewezenverklaring van het ten laste gelegde het vonnis van de rechtbank bevestigen, nu de raadsvrouw in hoger beroep vrijspraak heeft bepleit?

Is de 16-maandentermijn of 2-jaarstermijn van toepassing, nu de verdachte een deel van behandeling in hoger beroep in voorlopige hechtenis verkeerde?

Is er sprake van aantasting in persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106b BW?

Is er een kennisgeving als bedoeld in artikel 116 lid 3 Sv verzonden naar de klager van voornemen tot teruggave van de in beslag genomen voorwerpen aan een ander dan de klager?

Levert de niet ten laste gelegde diefstal van elektriciteit ten behoeve van eerdere oogst rechtstreekse schade op van de bewezen verklaarde diefstal van elektriciteit ten behoeve van latere teelt?

Heeft het hof inbreuk gemaakt op artikel 8 EVRM door de vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen die het de verdachte feitelijk onmogelijk maakt om contact te houden met zijn jonge dochter?

Is het oordeel van het hof over ontvankelijkheid van het door de verdachte ingestelde hoger beroep verenigbaar met de kwalificatie die het hof heeft gegeven aan het bewezen verklaarde?