Op grond van ’s hofs vaststellingen moet het ervoor worden gehouden dat de politieambtenaar is beledigd nadat deze de woning van verdachte was binnengetreden zonder te beschikken over de daartoe vereiste machtiging. Dit brengt mee dat, mede in aanmerking genomen dat – anders dan in bijvoorbeeld HR 29 september 2009, ECLI:NL:HR2009:BJ2795 – niet blijkt dat dit binnentreden is geschied in opdracht van een tot het geven van die opdracht bevoegde meerdere, ’s hofs oordeel dat de ambtenaar is beledigd ‘gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening’ niet naar behoren is gemotiveerd (vgl. HR 18 april 1978, NJ 1987, 364). Conclusie A-G: anders.
Hoge Raad, 26-11-2013