De Hoge Raad herhaalt toepasselijke overwegingen uit ECLI:NL:HR:2013:BV9087. Er is voldaan aan de verplichting dat, indien door of namens betrokkene een gevolgtrekking uit het financieel rapport gemotiveerd is betwist, de rechter niet kan volstaan met de vermelding van (het onderdeel) van het financieel rapport als bewijsmiddel waaraan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ontleend, maar zal moeten motiveren op grond waarvan hij die gevolgtrekking aanvaardt. Het oordeel van het hof dat het door betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel moet worden geschat op bedrag X is, mede gelet op hetgeen daaromtrent ter terechtzitting in hoger beroep door de verdediging is aangevoerd, toereikend gemotiveerd. De feiten en omstandigheden waarop dat oordeel is gebaseerd, zijn in de door het hof overgenomen overwegingen van de rechtbank voldoende weergegeven. Gelet op het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep kan worden aangenomen dat de verwijzing naar de stukken van het ontnemingsdossier waaraan die feiten en omstandigheden zijn ontleend voldoende nauwkeurig is.
Hoge Raad, 28-01-2014