Bewijsuitsluiting wegens het ontbreken van de mogelijkheid van een contra-expertise. Het oordeel van het hof dat het door X opgestelde rapport alsmede de daarover afgelegde verklaringen en het door Y uitgebrachte rapport moeten worden aangemerkt als ‘resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen’ als bedoeld in artikel 359a lid 1 sub b Sv is ontoereikend gemotiveerd, nu de omstandigheid dat als gevolg van enig verzuim het voor het verrichten van een tegenonderzoek bestemde materiaal in het ongerede is geraakt, niet meebrengt dat de verkrijging van voornoemd bewijsmateriaal als ‘resultaat’ van dat in het ongerede raken en reeds op die grond als onrechtmatig moet worden aangemerkt.
Hoge Raad, 17-06-2014