De Hoge Raad is van oordeel dat de klacht geen behandeling in cassatie rechtvaardigt omdat verdachte klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, aangezien hij binnen de in artikel 552a lid 3 Sv gestelde termijn van drie maanden na de dag waarop de vervolgde zaak tot een einde is gekomen, zich op de voet van artikel 552a lid 1 Sv schriftelijk kan beklagen bij het hof over het uitblijven van een last tot teruggave van de desbetreffende voorwerpen.
Hoge Raad, 08-07-2014