Het oordeel van de rechtbank dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, ‘de inbeslaggenomen personenauto’ zal verbeurdverklaren is, gelet op de ingevolge artikel 33a Sr geldende vereisten voor verbeurdverklaring en in aanmerking genomen hetgeen in de raadkamer is aangevoerd, niet zonder meer begrijpelijk, aangezien de auto niet in verband met een verdenking ter zake valsheid in geschrift of witwassen in beslag is genomen.
Hoge Raad, 04-11-2014