Het hof heeft geoordeeld dat de omstandigheden waarop door verdachte en de raadsvrouwe een beroep is gedaan, niet kunnen worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden in de zin van deze overweging. Mede gelet op de inhoud van de dagvaarding (als verdachte verschijnen en niet als slachtoffer) getuigt dat oordeel niet van een onjuiste rechtsopvatting en is het niet onbegrijpelijk.
Hoge Raad, 25-11-2014