Berust de niet-ontvankelijkverklaring van het OM in de ontnemingsvordering op onjuiste gronden, als het middel van het OM in de samenhangende strafzaak tot vernietiging leidt?

Kan uit de omstandigheden worden afgeleid dat verdachte ‘wist of redelijkerwijs moest weten’ dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard?

Heeft het hof ten onrechte het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging?

Is het in strijd met artikel 22d lid 3 Sr om voor elke twee uren van taakstraf meer dan één dag vervangende hechtenis op te leggen en beloopt de duur van de vervangende hechtenis meer dan vier maanden?

Voldoet beroep op artikel 359a Sv van verdediging aan de aan zo’n verweer te stellen eisen?

Kan uit het aangetekend verzonden besluit, het bezwaar, de reactie op de oproep en het ontvangen rijbewijs worden afgeleid dat de verdachte ‘redelijkerwijs moest weten’ dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard?

Was de betrokkene op grond van de hem verstrekte volmacht bevoegd de benadeelde partij (politie) te vertegenwoordigen in de strafzaak?

Is er sprake van bedreiging van de toezichthouder van de penitentiaire inrichting en medegedetineerde met een terroristisch misdrijf tegen derden?

Heeft het hof in het bijzonder redenen opgegeven voor gebruik voor het bewijs van de verklaring bij de raadsheer-commissaris van de getuige die toen nog niet 16 jaren oud was?

Is het oordeel van het hof dat de verdachte door de gang van zaken rond sepot ter zake van witwassen gerechtvaardigd erop mocht vertrouwen dat hij evenmin vervolgd zou worden voor drugshandel toereikend gemotiveerd?