Veroordeling ter zake van groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie blijft in stand.

Het oordeel van het hof dat het slachtoffer (door overmatige alcoholinname) heeft verkeerd in een toestand van verminderd bewustzijn en dat de verdachte van die toestand weet had, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting, is niet onbegrijpelijk en is toereikend gemotiveerd.

De aanvrager beschikte ten tijde van de overtreding waarop de uitspraak waarvan herziening wordt gevraagd betrekking heeft over een geldig rijbewijs, zodat de aanvraag tot herziening gegrond wordt verklaard.

Het hof heeft de oplegging van een hoofdelijke betalingsverplichting op de betrokkene ontoereikend gemotiveerd.

De aanvrager beschikte ten tijde van de overtreding waarop de uitspraak waarvan herziening wordt gevraagd betrekking heeft over een geldig rijbewijs, zodat de aanvraag tot herziening gegrond wordt verklaard.

De aanvrager beschikte ten tijde van de overtreding waarop de uitspraak waarvan herziening wordt gevraagd betrekking heeft over een geldig rijbewijs, zodat de aanvraag tot herziening gegrond wordt verklaard.

Het oordeel van het hof dat de noodzaak tot inwilliging van de verzoeken niet is gebleken, is, gelet op hetgeen aan die verzoeken ten grondslag is gelegd, ook zonder nadere motivering niet onbegrijpelijk.

Het verzuim proces-verbaal op te maken als bedoeld in artikel 395 lid 2 aanhef onder c Sv leidt tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting en van de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak.

Het hof had op de voorwaardelijke verzoeken tot het horen van een getuige en het doen van nader onderzoek moeten beslissen.

Veroordeling ter zake van groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie blijft in stand.