Gegronde aanvraag tot herziening nu het inreisverbod door de bestuursrechter op 17 oktober 2013 is vernietigd.

Het oordeel dat de enkele toezegging van een geldbedrag zonder meer kan worden aangemerkt als voordeel als bedoeld in artikel 36e lid 5 Sr, geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting omtrent het begrip voordeel.

Oplegging deels (on)voorwaardelijke gevangenisstraf voldoende gemotiveerd.

Het middel klaagt terecht over de vervanging van (een gedeelte van) het proces-verbaal van de terechtzitting door een geluidsopname. De Hoge Raad stelt de voorzitter en griffier van het hof in de gelegenheid een proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep op te maken dat voldoet aan de eisen neergelegd in artikel 326 Sv.

Hoge Raad verwerpt het verweer dat er onvoldoende gelegenheid is geweest om de getuige te ondervragen.

Falende klacht met betrekking tot de uitleg van de begrippen ‘misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’ en ‘misbruik van een kwetsbare positie’ als bedoeld in artikel 273d lid 1 Sr.

Slagende klacht over ontoereikende motivering van de verbeurdverklaring van voorwerpen.

Het middel klaagt terecht dat de bestreden uitspraak geen toereikende vermelding van de bewijsmiddelen bevat, waaraan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ontleend.

Het oordeel van het hof dat bewijsuitsluiting het rechtsgevolg moet zijn van het door het hof aangenomen verzuim in de zin van artikel 359a Sv is niet naar behoren met redenen omkleed.

Falende klacht met betrekking tot artikel 359 lid 6 Sv. Slagende klacht dat de redelijke termijn van artikel 6 lid 1 EVRM door het hof is geschonden.