Uitleveringszaak Sint Maarten: Hoge Raad legt Uitleveringsbesluit van Aruba, Curaçao en Sint Maarten uit.

Het bestanddeel ‘kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt’ als bedoeld in artikel 240b lid 1 Sr hoeft niet uit de bewijsmiddelen te blijken.

De redelijke termijn is niet overschreden nu het verzoek van de verdediging in hoger beroep tot het horen van getuigen heeft geleid tot vertraging in de afdoening van de zaak en deze vertraging voor rekening van de verdachte komt.

Falende middelen over de ongegrondverklaring van het klaagschrift tegen inbeslagneming van een geldbedrag.

Het voorwaardelijk gedane verzoek tot het benoemen van een deskundige is niet onbegrijpelijk en behoefde geen nadere motivering.

Zowel de bewezenverklaarde openlijke geweldpleging als de gevangenisstraf zijn toereikend gemotiveerd.

Het hof heeft geen opgave gedaan van de redenen die in het bijzonder hebben geleid tot de keuze van het opleggen van een vrijheidsbenemende straf, zodat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak nietig zijn.

Het hof heeft kunnen oordelen dat sprake was van ‘gezamenlijke huishouding’ en ‘wederzijdse zorg’ in de zin van artikel 3 lid 3 Wet werk en bijstand (oud). De bewezenverklaarde opzetheling is evenwel ontoereikend gemotiveerd.

De toewijzing vordering benadeelde partij ter zake van shockschade naar aanleiding van doodslag op echtgenote van verdachte is door het hof toereikend gemotiveerd.

De cassatieschriftuur is na afloop van de bij de wet gestelde termijn bij de griffie van de Hoge Raad ingekomen, zodat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het beroep.