Is het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging omdat verdachte op basis van Aanwijzing Opiumwet van 1 januari 2007, Stcrt. 2006, 250 erop mocht vertrouwen dat hij niet vervolgd zou worden?

Openbaar Ministerie ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging omdat verdachte vanwege het ten laste gelegde feit reeds een dwangsom heeft verbeurd.

Vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38v Sr kon niet worden opgelegd, nu bewezenverklaarde feiten vóór de inwerkingtreding van dit artikel zijn begaan.

Brengt de overeenkomstige toepassing van artikel 14h lid 3 Sr op de behandeling van een op de voet van artikel 22g lid 3 Sr ingediend bezwaarschrift mee dat de oproeping van de veroordeelde tot bijwoning van die behandeling moet worden betekend, of kan met de toezending van de oproeping over de post worden volstaan?

Slagende klacht dat de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel door middel van of uit de baten van het bewezenverklaarde witwassen ontoereikend is gemotiveerd.

Levert een zware hersenschudding zwaar lichamelijk letsel op?

Falende klacht aangaande het gebruik van de constructie van het schakelbewijs.

Falende klacht over de afwijzing door het hof van een door de verdediging gedaan voorwaardelijk verzoek tot het horen van getuigen.

Vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38v Sr kon niet worden opgelegd, nu bewezenverklaarde feiten vóór de inwerkingtreding van dit artikel zijn begaan.

Is er sprake van opzettelijke wederrechtelijke toe-eigening als bedoeld in artikel 321 Sr?