Kan uit de bewijsvoering worden afgeleid dat de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, nu het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs is herroepen door de bestuursrechter?

Kon het hof het feitelijke wegnemen van passen alsmede de omstandigheid dat de aangeefster daardoor niet alleen is beroofd maar ook in haar persoonlijke levenssfeer is aangetast, betrekken bij de strafoplegging?

Is er sprake van een verband tussen de voorwerpen en de feiten waarvoor de belanghebbende is veroordeeld?

Heeft het hof de verbeurdverklaring toereikend gemotiveerd?

Volgt uit delen van de voor het bewijs gebruikte verklaringen van de verdachte en zijn medeverdachten dat de seksuele handelingen met instemming van het slachtoffer zijn verricht?

Volgt uit de bewijsvoering van het bewezen verklaarde, dat kan worden aangenomen dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van de weerloze toestand waarin het slachtoffer zich na het op haar uitgeoefende geweld bevond?

Kon het hof het in de strafzaak als voorwerp van witwassen aangemerkte geldbedrag van € 190.000 aanmerken als wederrechtelijk verkregen voordeel?

Houden de tenlastelegging en de bewezenverklaring in dat het feit is begaan door een persoon ‘met zetel in Nederland’ als bedoeld in artikel 2:3a lid 1 Wft?

Herziening.

Herziening.

Staat een rechtsmiddel open ten aanzien van de afwijzing door de voorzitter om verdachte via videoconferentie te laten deelnemen aan het onderzoek op de terechtzitting?