Kon het hof oordelen dat de verklaring van de verdachte over de legale herkomst van het geld een niet concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring is?

Kan uit de brieven van het CBR worden afgeleid dat het besluit tot ongeldigverklaring van zijn rijbewijs aan de verdachte is bekendgemaakt en dat de verdachte ‘redelijkerwijs moest weten’ dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard?

Bewijsklachten.

Heeft het hof ten onrechte het verweer verworpen dat vanwege de ‘P/A-uitslag’ van het voorlopig ademonderzoek geen sprake was van een verdenking als bedoeld in artikel 163 lid 1 WVW 1994?

Heeft het hof ten onrechte de vordering van de benadeelde partij tot vergoeding van immateriële schade toegewezen en daarmee ook ten onrechte de schadevergoedingsmaatregel opgelegd?

Is artikel 63 Sr van toepassing bij de omzetting van een Canadese straf naar een Nederlandse straf, als de Canadese veroordeling feiten betreft die vóór een eerdere Nederlandse veroordeling zijn gepleegd?

Is het OM ontvankelijk in zijn beroep tegen de gegrondverklaring van het beklag, als in plaats van cassatieberoep hoger beroep is ingesteld en de strafrechter in de zaak van de klager heeft beslist tot verbeurdverklaring?

Zijn de herkenningen van de verdachte door de verbalisanten onbetrouwbaar?

Is cassatieberoep tijdig ingesteld en is de dagvaarding in hoger beroep in persoon uitgereikt aan de verdachte, nu de handtekening op de akte niet overeenkomt met die op het paspoort van de verdachte?

Is het cassatieberoep tijdig ingesteld?