Is de afwijzing door het hof van het door de verdediging gedane verzoek tot het horen, niet verenigbaar met artikel 6 EVRM en is de verwerping van een verweer over de betrouwbaarheid van bewijsmiddelen ten onrechte geweest?

Is gehandeld in strijd met de in brief van ministers weergegeven werkwijze en is sprake van ‘ook overigens onredelijke vervolgingsbeslissing’?

Kon het hof verstek verlenen tegen niet-verschenen verdachte?

Is gestelde bijzondere voorwaarde, te bepalen door justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, verenigbaar met artikel 14c lid 2 onder 10 Sr?

Kon hof verdachte niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep, nu zich bij stukken e-mailbericht van raadsman met als bijlage appelschriftuur bevindt?

Heeft de rechtbank ten onrechte het klaagschrift dat strekt tot opheffing van het beslag en teruggave van het in beslag genomen voorwerp niet-ontvankelijk verklaard?

Is oplegging van maatregel voldoende gemotiveerd, nu uit ’s hofs uitspraak niet kan volgen om welke reden verdachte heeft geweigerd mee te werken aan het onderzoek dat moet worden verricht ten behoeve van advies van gedragsdeskundigen?

Kan uit een aan raadsman gerichte brief worden afgeleid dat afschrift van dagvaarding in hoger beroep aan raadsman van verdachte is gezonden?

Kon de rechtbank oordelen dat beklag niet binnen wettelijke termijn van drie maanden na einde van strafzaak is ingediend?

Is sprake van ‘misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’, ‘misbruik van kwetsbare positie’ en (oogmerk van) uitbuiting en kan bewezen verklaarde worden gekwalificeerd als (gewoonte)witwassen?