Het argument dat de verdachte met zijn door het hof als ongeloofwaardig aangemerkte verklaring ‘heeft willen verbergen of verhullen dat de ketting uit een misdrijf afkomstig was’ zegt niets over het antwoord op de vraag of sprake is van een gedraging die gericht is op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de ketting als hiervoor bedoeld, maar vormt een omstandigheid waaruit het hof niet meer heeft kunnen afleiden dan dát de ketting een criminele herkomst heeft, te weten uit het door de verdachte begane, onder 2 bewezenverklaarde, misdrijf. Het oordeel van het hof is dan ook ontoereikend gemotiveerd.
Hoge Raad, 04-03-2014