Het oordeel van het hof dat verdachte, mede als gevolg van de door hem ingenomen alcoholhoudende drank, aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend is geweest, waardoor hij de voetgangster niet heeft gezien en in aanrijding met haar is gekomen, en dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW 1994 geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting, terwijl het evenmin onbegrijpelijk is.
Hoge Raad, 04-11-2014