Het oordeel van het hof dat ingevolge artikel 1 lid 2 Sr de voor de verdachte minder gunstige wijziging van artikel 36f lid 1 Sr buiten toepassing dient te blijven, is juist.

Het oordeel van het hof dat de omstandigheden waarop namens verdachte een beroep is gedaan, niet kunnen worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden welke de overschrijding van de beroepstermijn verontschuldigbaar doen zijn, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.

Het hof heeft ontoereikend gemotiveerd dat verdachte een te laag belastbaar bedrag aan belasting heeft opgegeven.

Het hof heeft ontoereikend gemotiveerd dat verdachte een te laag belastbaar bedrag aan belasting heeft opgegeven.

Gegronde aanvraag tot herziening in verband met persoonsverwisseling.

Falende klacht over de toewijzing door het hof van de vordering van de benadeelde partij en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor zover deze zien op de kosten van de ‘nieuwe laminaatvloer’.

Niet-ontvankelijkverklaring op de voet van artikel 80a RO, nu verdachte geen rechtens te respecteren belang heeft bij cassatie.

Het oordeel van het hof dat verdachte opzettelijk wederrechtelijk zich de tas met cd’s heeft toegeëigend door daarover zonder daartoe gerechtigd te zijn als heer en meester te gaan beschikken, is niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.

Falende klacht over het oordeel van het hof dat de benadeelde partij als gevolg van de bewezenverklaarde feiten rechtstreekse schade heeft geleden.

Het oordeel van het hof dat sprake is van ‘ontuchtige handelingen’ in de zin van artikel 246 Sr getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.