Is er sprake van aantasting in persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106 sub b BW?

Bewijsklachten medeplegen diefstal en kwalificatie witwassen

Heeft het hof terecht het verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak afgewezen?

Heeft de verdachte door het ‘aannemen van valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen’ de aangever bewogen tot afgifte van enige geldbedragen?

Zijn er voldoende aanwijzingen dat het in beslag genomen appartementsrecht en de scooter aan de klaagster zijn gaan toebehoren met het kennelijk doel de uitwinning daarvan te bemoeilijken of te verhinderen?

Had het hof de datum van de eerste inverzekeringstelling van de verdachte als beginpunt van de redelijke termijn in het een andere moeten aanmerken?

Heeft het hof met betrekking tot de opgelegde schadevergoedingsmaatregel de duur van de gijzeling te hoog bepaald?

Vinden de verklaringen van de aangeefsters voldoende steun in ander bewijsmateriaal?

Heeft het hof de bewezenverklaring voldoende gemotiveerd?

Heeft het hof het verweer dat niet kan worden bewezen dat de verdachte schuldig is aan medeplegen van diefstal met (bedreiging met) geweld voldoende gemotiveerd verworpen?