De opvatting dat aan het vereiste dat een betrokken benadeelde ‘rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit’ als bedoeld in artikel 51f lid 1 Sv uitsluitend is voldaan in die gevallen waarin deze benadeelde is getroffen in het belang dat door de overtreden strafbepaling rechtstreeks wordt beschermd, is in haar algemeenheid onjuist.

Het hof heeft ontoereikend gemotiveerd bevolen dat de gestelde bijzondere voorwaarden en het reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.

Woning ‘in gebruik’ in de zin van artikel 138 lid 1 Sr?

De Hoge Raad wijst de aanvraag tot herziening af, nu geen sprake is van een gegeven als bedoeld in artikel 457 lid 1 aanhef en onder c Sv.

Is intrekking van het hoger beroep mogelijk na terugwijzing van de zaak door de Hoge Raad?

De vraag naar de geldigheid van de inleidende dagvaarding komt eerst aan de orde, wanneer de vraag naar de ontvankelijkheid van het hoger beroep bevestigend is beantwoord.

Het hof heeft ten onrechte aan de verdachte de verplichting opgelegd tot betaling aan het Land Aruba van een som geld ten behoeve van de benadeelde partij.

Het oordeel van het hof dat de verdachte voornoemde wapens en munitie voorhanden heeft gehad en zich derhalve in meerdere of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van die wapens en munitie in de woning, is niet onbegrijpelijk.

Het hof heeft verzuimd te beslissen op een ter terechtzitting in hoger beroep door de verdediging gedaan voorwaardelijk verzoek tot het horen van een getuige, zodat de bestreden uitspraak nietig wordt verklaard.

Het oordeel van het hof dat het vormverzuim bewijsuitsluiting als gevolg moet hebben, is niet zonder meer begrijpelijk in het licht van de door het hof vastgestelde feiten en omstandigheden.