Heeft het hof verzuimd aan te geven in hoeverre het de straf heeft verminderd in verband met het geconstateerde vormverzuim?

Kon het hof de verdachte, die zich eerder in de procedure uitgaf als B, veroordelen op naam van A, nu hij in eerste aanleg ten onrechte op naam van B is berecht en veroordeeld?

Heeft de verdachte voorwaardelijk opzet gehad op het gronddelict?

Heeft het hof het beroep van de verdachte op artikel 10 EVRM onvoldoende gemotiveerd verworpen?

Kon het hof bij de oplegging van de ISD-maatregel eerdere ISD-maatregelen betrekken, en heeft het hof in strijd met artikel 38p lid 5 Sr ten onrechte een behandeling als bijzondere voorwaarde gesteld zonder verdachtes bereidheid daartoe?

Heeft het hof de begroting van de immateriële schade toereikend gemotiveerd?

Heeft het hof de begroting van de immateriële schade toereikend gemotiveerd?

Herziening.

Kon het hof oordelen dat de verklaring van de verdachte over de legale herkomst van het geld een niet concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring is?

Kan uit de brieven van het CBR worden afgeleid dat het besluit tot ongeldigverklaring van zijn rijbewijs aan de verdachte is bekendgemaakt en dat de verdachte ‘redelijkerwijs moest weten’ dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard?

Bewijsklachten.