Is de rechter, ingeval niet ‘beide ouders’ zijn verschenen van de minderjarige verdachte ter terechtzitting en geen sprake is van een van de in artikel 496a lid 3 Sv omgeschreven situaties, verplicht om op grond van artikel 496a lid 1 Sv de behandeling van de zaak aan te houden?
Hoge Raad, 08-12-2020