Is uitlevering ontoelaatbaar omdat recht tot strafvervolging op grond van wet die gold ten tijde van begaan van de feiten door verjaring is vervallen, maar die door het opheffen van verjaring van het feit van artikel 245 Sr naar de huidige stand van het Nederlandse recht niet verjaren?
Is uitlevering ontoelaatbaar nu recht tot strafvervolging op grond van wet die gold ten tijde van begaan van de feiten door verjaring is vervallen, maar die door het opheffen van verjaring van het feit van artikel 245 Sr naar de huidige stand van het Nederlandse recht niet verjaren?
Hoge Raad, 09-02-2021