Bij gewone brief van 25 mei 2020 gericht aan het BRP-adres van verdachte is aan verdachte bericht dat het tijdstip van de terechtzitting in hoger beroep van 15 juli 2020 van 11.40 uur is vervroegd naar 11.30 uur. Verdachte is niet ter terechtzitting verschenen. Vrijwillig afstand?

Herzieningsverzoek omdat het hof, mits bekend met gestelde feiten, een lagere straf zou hebben opgelegd.

Klacht dat hof ter terechtzitting overgelegde stukken (deels) niet bij zijn beraadslaging heeft betrokken.

Had hof moeten beslissen op opmerking raadsman dat redelijke termijn in hoger beroep met meer dan zes maanden is overschreden?

Heeft hof zich in ontnemingsprocedure ten onrechte niet gebonden geacht aan ’s hofs oordeel in strafzaak dat het bij betrokkene aangetroffen contante geldbedrag van ongeveer € 100.000 afkomstig is uit eerdere door hem begane soortgelijke misdrijven?

Had cassatieberoep binnen veertien dagen na verstekuitspraak hof moeten worden ingesteld, nu dagvaarding in hoger beroep volgens akte van uitreiking aan verdachte in persoon is uitgereikt maar verdachte ten gevolge van Covid-19/corona niet heeft getekend voor ontvangst van dagvaarding?

Beroep op overschrijding redelijke termijn niet voor het eerst in cassatie. Schriftuur benadeelde partij (moeder). Is voldaan aan voorwaarden voor toekenning van schadevergoeding wegens shockschade?

Moet raadkamer (inhoudelijk) beslissen op verweer dat zich situatie voordoet dat strafbepaling waarop verdenking is gegrond, onverbindend is?

Is sprake van ‘geautomatiseerd werk’ als bedoeld in artikel 138b Sr?

Heeft verdachte aangeefster van haar vrijheid beroofd en beroofd gehouden met het oogmerk haar zoon te dwingen iets te doen of niet te doen?