Het hof heeft het beroep op verontschuldigbare overschrijding van de termijn voor het instellen van hoger beroep onvoldoende met redenen omkleed.

Een onrechtmatige ontruiming is niet aan te merken als een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv dat tot niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie moet leiden.

Een onrechtmatige ontruiming is niet aan te merken als een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv dat tot niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie moet leiden.

Het hof heeft bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel als gevolg van een kennelijke misslag het bedrag te hoog vastgesteld.

Verdachte niet-ontvankelijk in cassatieberoep, nu de bestreden beslissing niet is een einduitspraak in de zin van artikel 138 Sv.

Het hof heeft in strijd met artikel 360 lid 1 Sv niet gemotiveerd waarom het de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel mede heeft ontleend aan een anonieme schriftelijke verklaring.

De verklaring van de aangeefster vindt onvoldoende steun in ander gebezigd bewijsmateriaal.

De door het hof in de bewijsvoering vastgestelde omstandigheden zijn niet zonder meer toereikend voor het oordeel van het hof dat verdachte ‘roekeloos’ heeft gehandeld.

Over de ingangsdatum van de verschuldigde wettelijke rente kan niet eerst in cassatie worden geklaagd.

Het kennelijke oordeel van het hof dat het niet anders kan zijn dan dat de desbetreffende fiets van diefstal afkomstig is, is niet onbegrijpelijk.