Heeft de rechtbank ten onrechte het verzoek om een geldelijke tegemoetkoming van een aan het verkeer onttrokken personenauto afgewezen?

Bewijsklachten.

‘Wist’ de verdachte dat hij een skimapparaat voorhanden heeft gehad dat bestemd was tot het plegen van enig misdrijf genoemd in artikel 232 lid 1 Sr?

Heeft het hof ten onrechte specifieke vorderingen tot schadevergoeding toegewezen?

Is verwerping van het beroep op noodweer(exces) toereikend gemotiveerd in licht van wat is aangevoerd over de aannemelijkheid van de (dreiging van) geweld jegens de verdachte door de groep personen waar bedreigde persoon toe behoorde?

Is degene die de vordering van de benadeelde partij heeft ingesteld, bevoegd de rechtspersoon te vertegenwoordigen?

Is degene die de vordering van de benadeelde partij heeft ingesteld, bevoegd de rechtspersoon te vertegenwoordigen?

Kan uit de bewijsvoering worden afgeleid dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het in de bewezenverklaring genoemd geldbedrag en de onroerende goederen afkomstig waren uit enig misdrijf?

Klacht oplegging schadevergoedingsmaatregel.

Kon het hof oordelen dat het ten laste gelegde moet worden gezien als één feit, zodat de gehele tenlastelegging aan het oordeel van het hof is onderworpen?