Het hof heeft, anders dan de verdediging aanvoert, zonder schending van het ne bis in idem-beginsel de vordering tot wijziging van de tenlastelegging kunnen toewijzen.

OM klaagt tevergeefs over het oordeel van het hof dat aan de verdachte een beroep op noodweerexces toekomt.

Hoge Raad verklaart de aanvraag tot herziening gegrond en verklaart het OM om doelmatigheidsredenen niet-ontvankelijk in de vervolging.

Is er sprake van omzetten van gelden als bedoeld in artikel 420bis lid 1 aanhef en onder b Sr?

Falende klacht dat het hof het opzet als bedoeld in artikel 13 Wet bodembescherming ontoereikend had gemotiveerd.

Middel faalt reeds omdat de minsteriele regeling, genoemd in artikel 17 lid 1 tweede volzin WBB, ten tijde van het bewezenverklaarde nog niet was vastgesteld.

Het hof heeft terecht geoordeeld dat in artikel 361 lid 1 (oud) Sr het bestanddeel 'als ambtenaar' is geobjectiveerd zodat opzet of schuld ten aanzien van dat bestanddeel niet behoeft te worden bewezen, het hof heeft echter miskend dat het beroep op avas niet is uitgesloten.

Slagende klacht dat het bewezenverklaarde opzettelijk gelegenheid verschaffen en/of opzettelijk behulpzaam zijn bij het telen van hennepplanten niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.

Het oordeel van het hof dat de oproeping in eerste aanleg in persoon is betekend is niet zonder meer begrijpelijk gelet op het verschil in parketnummers op de akte van uitreiking en het afhaalbericht.

Hoge Raad verklaart officier van justitie alsnog niet-ontvankelijk in de vervolging wegens verjaring.