Naar boven ↑

Annotatie

mr. J.H.J. Verbaan
24 september 2021

Rechtspraak

Voldoende zorg dragen voor onschadelijk houden honden?

Commentaar bij HR 21 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1287.

De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie geen voldoende zorg dragen voor het onschadelijk houden van een onder zijn hoede staand gevaarlijk dier is bewezen verklaard, dat het hof het oordeel dat de hond (Dila) onder de hoede van de verdachte stond, onvoldoende heeft gemotiveerd en dat het hof het oordeel dat de hond (Shadow) een gevaarlijk dier is, onvoldoende heeft gemotiveerd.

De Hoge Raad haalt artikel 425 aanhef en onder 2˚ Sr aan en overweegt dat de tenlastelegging toegesneden is op die bepaling en dat daarom moet worden aangenomen dat de in de tenlastelegging en de bewezenverklaring voorkomende woorden ‘onder zijn hoede’ en ‘gevaarlijk dier’ gebruikt zijn in de betekenis die deze woorden hebben in die bepaling.

Ten aanzien van de eerstgenoemde klacht overweegt de Hoge Raad dat het hof onder meer bewezen verklaard heeft dat de verdachte geen voldoende zorg heeft gedragen voor het onschadelijk houden van Dila. Het heeft overwogen dat het de verantwoordelijkheid van de verdachte was om ervoor te zorgen dat de honden, waaronder Dila, bij het weggaan uit de woning niet zouden kunnen ontsnappen. Daarmee heeft het hof kennelijk tot uitdrukking gebracht dat Dila onder de hoede van de verdachte stond als bedoeld in artikel 425 aanhef en onder 2º Sr. De Hoge Raad oordeelt dat dit oordeel echter niet zonder meer begrijpelijk is. Uit de vaststellingen van het hof – die slechts inhouden dat de verdachte niet de eigenaar van Dila was en dat hij zich als bezoeker bevond in de woning van de familie van betrokkene waar Dila verbleef – volgt immers niet dat de zeggenschap of zorg over Dila op een zodanige manier aan de verdachte was toevertrouwd dat Dila onder zijn hoede stond als bedoeld in artikel 425 aanhef en onder 2º Sr.

Ten aanzien van laatstgenoemde klacht oordeelt de Hoge Raad dat het oordeel van het hof dat Shadow een gevaarlijk dier is als bedoeld in artikel 425 aanhef en onder 2º Sr, ontoereikend gemotiveerd is, omdat uit de bewijsvoering niet blijkt van feiten of omstandigheden op grond waarvan kan worden aangenomen dat Shadow ten tijde van de bewezen verklaarde feiten als gevaarlijk in de zin van artikel 425 aanhef en onder 2º Sr moest worden aangemerkt. De enkele door het hof in aanmerking genomen omstandigheid dat bij bepaalde hondenrassen – waaronder ‘Amerikaanse’ Staffordshire terriers – meer voorzichtigheid in acht moet worden genomen, volstaat daarvoor niet, nog daargelaten dat het hof heeft bewezen verklaard dat Shadow een ‘Engelse’ Staffordshire terrier is.