Naar boven ↑

Annotatie

mr. J.H.J. Verbaan
2 april 2021

Rechtspraak

Afwijzing verzoek tot horen aangever.

Commentaar bij HR 30 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:477.

De verdediging klaagt namens verdachte, ten aanzien van wie medeplegen poging doodslag is bewezen verklaard, onder meer over de afwijzing door het hof van het verzoek tot het horen van het slachtoffer als getuige.

Het hof heeft met betrekking tot het horen van het slachtoffer als getuige overwogen dat de raadsman – indien het hof de verklaringen van de aangever bij de huidige stand van het onderzoek betrouwbaar zou achten – het hof heeft verzocht het onderzoek ter terechtzitting te schorsen teneinde alsnog te proberen aangever te (doen) horen als getuige. Gelet op de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting acht het hof onaannemelijk dat aangever binnen een aanvaardbare termijn gehoord kan worden, zodat het verzoek wordt afgewezen.

De Hoge Raad overweegt dat het hof het verzoek tot het horen van het slachtoffer als getuige heeft afgewezen omdat het ‘gelet op de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting’ onaannemelijk is dat het slachtoffer binnen een aanvaardbare termijn gehoord kan worden. De Hoge Raad oordeelt dat uit de uitspraak van het hof echter niet blijkt om welke uit het dossier of het verhandelde ter terechtzitting blijkende feiten en omstandigheden het daarbij gaat. Het hof heeft zijn beslissing daarom ontoereikend gemotiveerd.