Naar boven ↑

Annotatie

mr. J.H.J. Verbaan
6 november 2020

Rechtspraak

Bewezenverklaring voorhanden hebben vuurwapen. Commentaar bij Hoge Raad 3 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1715.

De verdediging klaagt namens de verdachte, ten aanzien van wie onder meer het voorhanden hebben van een vuurwapen categorie II sub 3, artikel 2:1 WWM, is bewezen verklaard, dat de bewezenverklaring voor zover die betrekking heeft op het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie II sub 3°, te weten een kogelgeweer, merk onbekend kaliber .22LR, niet uit de door het hof gebruikte bewijsvoering kan worden afgeleid.

Het hof heeft de bewezenverklaring, voor zover voor de beoordeling in cassatie van belang, doen steunen op de volgende bewijsmiddelen:

1. Het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 28 juni 2017 (p. 310-313), met bijlage, inhoudende de Inventarisatie kavellijst (p. 314 t/m 322), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant:
Op 28 juni 2017 werd een doorzoeking uitgevoerd in het pand (p. 310). Van elke locatie is een aparte kavellijst opgemaakt. Op die lijsten zijn de respectievelijk in die ruimten aangetroffen en in beslag genomen goederen afzonderlijk genummerd.
Inventarisatie kavellijst:… (p. 312)
Locatie 7: slaapkamer 3 L-5-1 (het hof begrijpt: L-7-1) punt 22 kogel vuurwapen in een hoek (p. 317).

2. Kennisgeving van inbeslagneming (p. 27-43):
SIN AAKB5789NL Kogel punt 22 kogelgeweer kaliber punt 22 L-7-1(p. 27/28)

6. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 juli 2017 (p. 361-376), voor zover inhoudende als relaas van een andere verbalisant:
Op 17 juli 2017 werden mij ter beoordeling enkele voorwerpen voorgelegd, die op 28 juni 2017 in beslag zijn genomen. Deze voorwerpen werden aangetroffen tijdens een doorzoeking in genoemd perceel (p. 362)
SIN AAKB5789NL Kogelgeweer. Een enkelloops kogelgeweer van een onbekend merk, kaliber .22 LR. Het voorwerp is geschikt om projectielen door een loop af te schieten. De werking van het voorwerp berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing. Derhalve is dit wapen een vuurwapen zoals bedoeld in artikel 1 onder 3 van de WWM. Het betreft een vuurwapen in de zin van artikel 2 lid 1 categorie II onder 3 van de WWM. (p. 372).

De Hoge Raad overweegt dat de door het hof gebruikte bewijsmiddelen niets inhouden waaruit kan volgen dat het ‘kogelgeweer, merk onbekend, kaliber .22 LR’ een vuurwapen van categorie II sub 3° als bedoeld in artikel 2 lid 1 WWM is. De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaring – in het bijzonder het onderdeel ‘die zodanig waren vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was, dan wel dat de aanvalskracht wordt verhoogd’ – daarom niet naar de eis van de wet met redenen omkleed is. De klacht daarover is op zichzelf terecht.

De Hoge Raad overweegt dat indien niet alle onderdelen van de bewezenverklaring kunnen worden afgeleid uit de gebruikte bewijsmiddelen, in bijzondere gevallen voldoende belang bij de klacht over de toereikendheid van de bewijsvoering kan ontbreken. Daarvan is slechts sprake indien gelet op het verhandelde ter terechtzitting – waaronder begrepen de inhoud van de daar voorgehouden stukken van het dossier en hetgeen daar naar voren is gebracht – in redelijkheid geen twijfel kan bestaan over de toereikendheid en de betrouwbaarheid van het bewijs (vgl. ECLI:NL:HR:2013:BZ5960, r.o. 2.4 en ECLI:NL:HR:2016:1005, r.o. 2.5.3).

De Hoge Raad oordeelt dat het in de onderhavige zaak om een dergelijk geval gaat. Het voor het bewijs gebruikte proces-verbaal van bevindingen, dat zich bevindt bij de ter terechtzitting in hoger beroep aan de verdachte voorgehouden stukken van het geding, bevat ten aanzien van het ‘kogelgeweer, merk onbekend, kaliber .22 LR’ naast de voor het bewijs gebezigde passage ook de volgende omschrijving: ‘Het wapen is voorzien van een mechanisme waardoor het geheel kan worden opgevouwen en is daarmee zodanig vervaardigd dat het dragen van het wapen niet of minder zichtbaar is.’ De Hoge Raad oordeelt dat het beroep daarom moet worden verworpen.