Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe SR Updates aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende zaken die onlangs zijn verschenen:
Is het oordeel van het hof dat de verklaring van de verdachte over de legale herkomst van het geldbedrag niet een concrete, verifieerbare en niet een op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring is, begrijpelijk? (SR 2025-0310)
Het cassatiemiddel klaagt over de bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde witwassen van een geldbedrag van € 27.490.
Lees hier verder.
Betekent de omstandigheid dat de dagvaarding in eerste aanleg op het BRP-adres van de verdachte is uitgereikt aan de huisgenoot van de verdachte dat de dagvaarding aan de verdachte in persoon is betekend? (SR 2025-0319)
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof de verdachte ten onrechte wegens overschrijding van de wettelijk voorgeschreven beroepstermijn niet-ontvankelijk heeft verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep. Daartoe is onder meer aangevoerd dat het hof blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de uitreiking van de dagvaarding in eerste aanleg aan een huisgenoot van de verdachte gelijk te stellen met een betekening aan de verdachte in persoon van die dagvaarding.
Lees hier verder.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.
Veel leesplezier.
Met vriendelijke groet,
Redactie SR Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Heeft de verdachte, door in opdracht van haar ex-partner voor haar vader vliegtickets van Nederland naar Brazilië te boeken en te betalen, een zodanige bijdrage geleverd aan geldtransporten dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachten? 07-10-2025
- Hoge Raad Is het oordeel van het hof dat de verklaring van de verdachte over de legale herkomst van het geldbedrag niet een concrete, verifieerbare en niet een op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring is, begrijpelijk? 07-10-2025
- Hoge Raad Kan blijvend gehoorverlies worden aangemerkt als ‘zwaar lichamelijk letsel’ als bedoeld in artikel 300 lid 2 Sr? 07-10-2025
- Hoge Raad Kon het hof bij de strafoplegging rekening houden met de niet ten laste gelegde feiten? 07-10-2025
- Hoge Raad Bewijsklachten. 07-10-2025
- Hoge Raad Levert de eerste aanbetaling waarvan het hof verdachte heeft vrijgesproken wegens het ontbreken van het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling rechtstreekse schade op van de bewezen verklaarde oplichting? 07-10-2025
- Hoge Raad Beklag beslag. 07-10-2025
- Hoge Raad Kan de vriendin van de verdachte worden aangemerkt als ‘zijn levensgezel’ als bedoeld in artikel 304 lid 1 (oud) Sr? 07-10-2025
- Hoge Raad Bewijsklachten. 07-10-2025
- Hoge Raad Heeft het hof de verdachte terecht niet-ontvankelijk verklaard in hoger beroep? 07-10-2025
- Hoge Raad Betekent de omstandigheid dat de dagvaarding in eerste aanleg op het BRP-adres van de verdachte is uitgereikt aan de huisgenoot van de verdachte dat de dagvaarding aan de verdachte in persoon is betekend? 07-10-2025