Is er sprake van de strafverzwarende omstandigheid van artikel 304 aanhef en sub 1 Sr en kan het hof ter zake achttien jaren gevangenisstraf opleggen?

Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging door schending van het Tallon-criterium in verband met het plaatsen van een lokfiets?

359a-verweer strekkende tot strafvermindering wegens ontbreken van een consult met voorkeursadvocaat voorafgaande aan het politieverhoor is terecht door het hof verworpen.

Medeplegen zonder nadere motivering niet naar de eis der wet met redenen omkleed.

Levert een zware hersenschudding zwaar lichamelijk letsel op?

Uit de bewijsvoering van het hof kan niet volgen dat verdachte ‘wist’ dat tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd.

Falende klacht dat het hof het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de strafvervolging wegens schending van het ne bis in idem-beginsel ten onrechte, althans ontoereikend gemotiveerd heeft verworpen.

Was er sprake van een oogmerk om valse bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven?

Falende klachten over bewezenverklaarde oplichting.

Heeft het hof ‘te duchten levensgevaar’ als bedoeld in artikel 161bis Sr toereikend gemotiveerd?