Heeft het hof met betrekking tot de opgelegde schadevergoedingsmaatregel de duur van de gijzeling te hoog bepaald?

Heeft het hof terecht het verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak afgewezen?

Kunnen onroerende zaken worden aangemerkt als ‘voorwerpen’ als bedoeld in artikel 10a Opiumwet?

Kan uit de bewijsvoering volgen dat verdachte ‘wist’ dat de geldigheid van zijn rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen was geschorst?

Kan de bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit uit de bewijsvoering worden afgeleid?

Kan uit de bewijsvoering volgen dat de verdachte het in de bewezenverklaring omschreven letsel heeft toegebracht aan de verbalisanten?

Kon het hof overwegen dat de verdachte door geen verzekering af te sluiten en in stand te houden, het risico heeft genomen ‘slachtoffers te benadelen doordat zij hun schade niet kunnen verhalen’?

Mocht het hof het verweer over de betrouwbaarheid van de voor het bewijs gebruikte verklaring van de aangeefster verwerpen?

Kon het hof oordelen dat de benadeelde partij recht heeft op vergoeding van immateriële schade?

Kon het hof een bijkomende straf opleggen van ontzetting van recht van de verdachte om middelijk of onmiddellijk beroep van de bestuurder van de stichting uit te oefenen?