Heeft de benadeelde partij recht op vergoeding van immateriële schade?

Heeft de benadeelde partij rechtop vergoeding van immateriële schade?

Is de bewezenverklaring van het witwassen van geldbedragen voldoende gemotiveerd?

Medeplegen opzettelijk zonder vergunning optreden als betaaldienstverlener, terwijl hiervan een gewoonte is gemaakt, artikel 2:3a lid 1 Wft (Hawala-bankieren).

Bewijsklacht ten aanzien van opzetheling omdat verdachte ‘ten tijde van het voorhanden krijgen’ van de goederen niet wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.

Heeft hof in strijd met artikel 6 EVRM verklaringen van medeveroordeelde betrokken bij oordeel dat betrokkene voorafgaand aan in strafzaak bewezen verklaarde periode wederrechtelijk voordeel heeft verkregen nu verdediging geen behoorlijke en effectieve mogelijkheid heeft gehad om medeveroordeelde te ondervragen?

Middel over schending EVRM omdat raadsman tijdens het politieverhoor geen verhoorbijstand heeft kunnen verlenen aan verdachte.

Zijn de bewezen verklaarde gedragingen ‘geweld’ tegen personen als bedoeld in artikel 141 lid 1 Sr?

Niet-ontvankelijkverklaring na mondelinge klacht in hoger beroep over betekeningsvoorschriften van een terechtzitting in eerste aanleg.

Immateriële schade door diefstal trouwringen uit woning. Is sprake van aantasting in persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106 onder b BW?

Krachtens wettelijk voorschrift als bedoeld in artikel 184 Sr?