Is sprake van aantasting in persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106 onder b BW?

Heeft hof verzuimd te beslissen op verweer strekkende tot strafvermindering op de grond dat onder verantwoordelijkheid van OM onrechtmatig is gehandeld met betrekking tot geheimhouderstukken?

Liquidaties in Staatsliedenbuurt in Amsterdam. Bewijsklacht medeplegen poging tot gekwalificeerde doodslag.

Hoge Raad maakt opmerkingen over wijziging van regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling in verband met de overschrijding van de redelijke termijn.

Vereist het opleggen van een zorgmaatregel (art. 2.3 Wet forensische zorg (Wfz)) een indicatiestelling in de zin van de Wfz?

Heeft hof door bij bewezenverklaring van medeplegen oplichting feiten en omstandigheden te betrekken van vier andere oplichtingen waarvoor verdachte is vrijgesproken gehandeld in samenwerking met onschuldpresumptie?

Is er sprake van zwaar lichamelijk letsel?

De Hoge Raad geeft een samenvatting van zijn eerdere jurisprudentie over eendaadse en meerdaadse samenloop. Heeft het hof terecht meerdaadse samenloop aangenomen?

Heeft het hof terecht geconstateerd dat de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep geen aanleiding geeft tot strafvermindering?

Middelen over schending van consultatierecht nu verdachte voor zijn inverzekeringstelling geen raadsman heeft kunnen raadplegen en de afwijzing van een getuigenverzoek omdat de noodzaak daarvan niet is gebleken (Salduz en Keskin).